Variabelen
De bouwstenen van een programma zijn de variabelen, zie dit als het materiaal wat we gaan bewerken met ons gereedschap.
Dit werkt als in het ram wordt ruimte gereserveerd, waar waardes in opgeslagen kunnen worden. Deze geheugen ruimtes zijn voorzien van een adres zodat de opgeslagen waardes weer terug te vinden zijn. Instructies zorgen er dan voor dat deze waardes opgeslagen opgehaald en bewerkt kunnen worden.
Dit ziet er alsvolgt ongeveer zo uit.
Een instructie zegt dan bij voorbeeld haal de waarde op die op adres 0001 bewaart wordt tel daarbij op de waarde die op adres 0002 bewaart wordt en bewaar de uitkomst op adres 0003.
Hoe we de waardes (data) erin kunnen opslaan laten we je zo zien eerst moeten we ruimte reserveren voor onze waardes dit noemen we declareren. Behalve dat we ruimte willen reserveren zullen we ook nog moeten aangeven waarvoor het dient zodat de juiste hoeveelheid ruimte wordt vrijgemaakt.
Dit geven we aan met het type data
Gebruiken we alleen gehele getallen kunnen we het type int gebruiken.Willen we echter decimale getallen gebruiken hebben we het type float nodig.
En zo zijn er nog enkele types.
Nadat we aangegeven hebben welk type data we willen opslaan kunnnen we de data ruimte voorzien van een waarde. Dit noemen we initialiseren. Hiervoor gebruiken we het = teken
wat staat voor assignment operator. Deze zorgt er voor dat de betreffende waarde in de variabele wordt opgeslagen.
#include <iostream>
using namespace std;
void main(void)
{//--------------------begin blok ------------------
//declareer
int nVariabele1;
int nVariabele2;
//initialiseer
nVariabele1 = 10;
nVariabele2 = 5;
//instructie
cout << "nVariabele1 = " << nVariabele1 << endl;
cout << "nVariabele2 = " << nVariabele2 << endl;
}//------------------einde blok ---------------------
Declareer we mogen zelf kiezen hoe we de variabele noemen
Zolang deze maar uit letters, cijfers en of een underscore bestaat
Dus geen speciale tekens.
De naam moet met een letter beginnen of een under score.
En het mag niet een key woord zijn. Zie key woords aan het eind.
Verder wordt er onderscheidt gemaakt tussen hoofdletters en normale karakters
De naam van een variabele noemen we een identifier.
Hier hebben we gekozen voor nVariabele1 aan de n kunnen we dan zien dat het om een integer gaat
Probeer de naam altijd zo te kiezen dat je er aan kunt zien waar deze voor dient.
Int De waarde die de variabele kan opslaan zijn van het type int integer dit zijn de positieve en negatieve gehele getallen tussen signed: -2147483648 to 2147483647
Initialiseer nu we de variabele een geheugen plek hebben gegeven kunnen we er een waarde in opslaan de assignment operator = zal nu de waarde 10 toekennen aan de variabele.
Instructie "nVariabele1 = " zal als text naar het console gaan nVariabele1 toont de opgeslagen waarde.
Op welk adres een waarde wordt opgeslagen kunnen we zien door het & teken voor de variabele te plaatsen &variabele.
Met de sizeof operator kunnen we ook nog zien hoeveel bytes ruimte gereserveert is.
#include <iostream>
using namespace std;
int main()
{ // begin blok main --------------------------------------------------------------------------------
//declareer RAM geheugenruimte reserveren
int nGetal01; //variabelen in dit blok noemen we local variabelen
unsigned nGetal02;
float nGetal03;
double nGetal04;
long double nGetal05;
//initialiseer is Waarde(data) toekennen aan de variabelen
nGetal01 = -3;
nGetal02 = 14;
nGetal03 = 0.5;
nGetal04 = 0.00006;
nGetal05 = 10e10; // is 10 x 10^10
//instructies
cout << " getal "<< "adres" << "\t" << "waarde" << "\t" << "aantal bytes" <<"\n" << endl;
cout << "toon getal01 "<< &nGetal01 << "\t" << nGetal01 << "\t\t" << sizeof(nGetal01) << endl;
cout << "toon getal02 "<< &nGetal02 << "\t" << nGetal02 << "\t\t" << sizeof(nGetal02) << endl;
cout << "toon getal03 "<< &nGetal03 << "\t" << nGetal03 << "\t\t" << sizeof(nGetal03) << endl;
cout << "toon getal04 "<< &nGetal04 << "\t" << nGetal04 << "\t\t" << sizeof(nGetal04) << endl;
cout << "toon getal05 "<< &nGetal05 << "\t" << nGetal05 << "\t\t" << sizeof(nGetal05) <<"\n" << endl;
return 0;
} // einde blok main -----------------------------------------------------------------------------------
Opdracht : Start en eindig het programma een paar keer en let op de toegewezen adressen
Comment het initialiseren weg
Tip edit ->comment selection
//nGetal01 = -3;
//nGetal02 = 14;
//nGetal03 = 0.5;
//nGetal04 = 0.00006;
//nGetal05 = 10e10; // is 10 x 1010
Je krijgt een waarschuwing dat de variabelen niet gedefinieerd zijn negeer dit en kijk welke waarde de variabele krijgt.
Dit is niet nul. Vandaar dat het verstandig is altijd een waarde voorzien van een begin waarde. Ook wel bekend als een default waarde.
Met het volgende program kun je het bereik van de waarde van het type int zien.
Maak nu een programma waarmee je, die van bool, float, short, long, double en long double kunt zien.
#include <iostream>
#include <climits>
using namespace std;
int main(void)
{
cout << "Size of int types is " << sizeof(int) << " bytes"<< '\n';
cout << "Signed int min: "<< INT_MIN << " max: "<< INT_MAX << '\n';
cout << "Unsigned int min: 0 max: "<< UINT_MAX << "\n\n";
return 0;
}
Nou denk je mischien waarom niet altijd het type double gebruiken dan weet ik zeker dat ik altijd goed zit. Dat klopt echter betekend dat extra geheugen ruimte en meer werk voor de processor waardoor je programma langzamer wordt.
Nu we weten hoe we een programmaatje moeten opstellen kunnen we verder gaan met het uitbreiden hiervan. Door met de variabelen te rekenen en hun waardes te veranderen.
Toets
1. wat doet een declaratie
2. waarom initialiseren
3. wat achterhaal je met een & teken voor een variabele
4. waar begint je programma
5. wat is het verschil tussen signed en unsigned
6. waaraan herken je een statement
7. waaruit bestaat een variabele
8. wat is het verschil tussen een int en een long double
9. kun je een int door een int delen zo ja waarom zo niet waarom niet
10. kun je nu zonder te spieken zelf een mini program programmeren
KEY WORDS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten